Primaire waterkeringen
De primaire waterkeringen zijn bijna op orde. Na 2028 ronden we de werkzaamheden af in het project Versterking IJsseldijk Gouda. De 4 waterstaatswerken in de Spaarndammerdijk (de afgewaardeerde C-keringen) pakken we na 2025 op. De Rijksoverheid houdt de basiskustlijn in goede staat door nieuw zand aan te brengen (zandsuppleties).
Sinds 2017 zijn er nieuwe normen voor de primaire waterkeringen. Op basis hiervan voeren we een nieuwe beoordeling uit voor 2023. Dit is de 'Landelijke Beoordeling' (LBO). We verwachten hieruit geen grote verbeteropgaven. Na 2023 beginnen we met de volgende beoordelingsronde die zal lopen tot 2035. In 2050 voldoen alle primaire keringen aan de landelijke norm.
Regionale waterkeringen
De regionale keringen worden periodiek getoetst. De meest recente toetsing was in 2012. Deze leidde tot de huidige versterkingsopgave, waarvan we ongeveer 20 kilometer per jaar uitvoeren. In 2030 ronden we deze opdracht af. In 2024 is er een nieuwe toetsingsronde. In deze toets worden voor het eerst alle kunstwerken, de 'niet-waterkerende objecten' (NWO’s) en 'bijzonder waterkerende objecten' (BWO’s) meegenomen. De versterkingsopgave die hieruit volgt, pakken we samen met de huidige op.
Vervanging balgstuwen
Rijnland heeft in de boezem 87 noodkeringen, variërend van eenvoudige schotbalken tot 4 grote balgstuwen. Hiermee kan de boezem bij calamiteiten in 9 compartimenten worden opgedeeld. Zo beschermen we het achterliggende gebied tegen overstromingen. Strikt genomen gaat het om bovenwettelijke bescherming.
De 4 balgstuwen zijn aan het einde van hun levensduur. Rijnland werkt de komende jaren de (eventuele) renovatie/vervanging van de balgstuwen verder uit. In dit proces kijken we onder andere samen met de provincies naar de verdeling van de kosten.
Samen met de omgeving
Dijkversterking moet passen in de ruimtelijke inrichting van een gebied. Daarom betrekken wij ook de omgeving erbij als we dijkversterkingen uitvoeren.
Herziening stelsel regionale keringen
Het doel van Rijnland is een stelsel van regionale waterkeringen dat én de grootst mogelijke waterveiligheid biedt én rekening houdt met de toekomst. Er waren in de afgelopen 20 jaar zo veel veranderingen, dat het nodig is het huidige stelsel te evalueren en aan te passen waar nodig. De provincies zijn verantwoordelijk voor het aanwijzen van de regionale keringen en het bepalen en vastleggen van de normen.
Samen met de provincies Noord- en Zuid-Holland gaat Rijnland hiermee aan de slag in de periode 2022 - 2028. Daaropvolgend wil Rijnland samen met de provincies ook de norm voor keringen herzien. De economische waarde is immers in de afgelopen 20 jaar gestegen. Het derde en laatste doel is het hele systeem te beschrijven: welke waterkeringen zijn er (grondlichamen, compartimenteringswerken en damwanden), hoe dragen waterkeringen en calamiteitenplannen bij aan de waterveiligheid in Rijnland? We onderzoeken daarbij ook of het zinnig en verantwoord is grond te reserveren om toekomstige versterkingswerken te kunnen garanderen.