Skip to main content

De belangrijkste cijfers

Het grootste deel van Rijnlands budget is afkomstig uit waterschapsbelastingen. In de planperiode is hierin een stijging voorzien van 2,5% vanaf 2024. De raming voor nieuwe investeringen bedraagt ruim 100 miljoen euro per jaar. Voor de algemene reserves is een ondergrens vastgesteld; voor de schulden geldt een bovengrens. We geven in dit onderdeel ook een indicatie van de exploitatie- en de investeringsbegroting.

Financiën in één oogopslag

  • Belastingen: omvang gemiddeld 235 miljoen euro per jaar. Op te brengen door belastingen: circa 220 miljoen euro per jaar (2022), oplopend naar circa 250 miljoen euro per jaar (2027).
  • Ontwikkeling belastingen: maximaal 2,5% per jaar vanaf 2024We rekenen met een toename van de belastingomvang van 1,9% in 2022 en 2023. Uitgangspunt vanaf 2024 is een toename 2,5% per jaar. Het blijft mogelijk dat er lopende dit waterbeheerprogramma nadere afwegingen gemaakt moeten worden, afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen, opgaven en ambities.
  • Investeringsomvang: ruim 100 miljoen euro per jaar. We ramen ruim 100 miljoen euro per jaar voor de uitvoering van investeringsprojecten, die we financieren met langlopende geldleningen om de renterisico's te beperken.
  • Schuldenomvang: maximaal 300% van belastingopbrengst. Onze investeringen vergroten de schuld, waarbij we ernaar streven om de schuld aan het eind van deze planperiode weer terug te brengen tot maximaal driemaal (300%) de jaarlijkse belastingopbrengst.
  • Reservesomvang: ruim 10 miljoen euro algemene reserve. De ondergrens voor de algemene reserves is door de VV vastgesteld op ruim 10 miljoen euro (5% van de netto exploitatiekosten) om eventuele niet-begrote risico's te kunnen opvangen. Daarnaast gebruiken we egalisatiereserves om de ontwikkeling van de waterschapsbelastingen zo beperkt en geleidelijk mogelijk te laten verlopen.

Meer weten? 

 Exploitatiebegroting WBP6

De 3 belangrijkste kostenposten voor Rijnland zijn: 

  • kapitaallasten: rente en afschrijving voor investeringen;
  • personeelskosten;
  • overige kosten, zoals voor baggerwerken, onderhoud, energie, grondstoffen, slibverwerking, huisvesting, advies en onderzoek. 

De kostenposten zijn gelijk verdeeld; alle 3 ongeveer een derde van het totaal.  
Voor het overgrote gedeelte gaat het om kosten die vastliggen in meerjarige contracten en overeenkomsten. Ongeveer 10% van de kosten is op korte termijn te beïnvloeden.

Geldleningen voor investeringsprojecten

Voor de meeste grote investeringsprojecten zoals de aanleg van een piekberging, de nieuwbouw van een zuiveringsinstallatie, een omvangrijke renovatie van een poldergemaal of een dijkversterkingsproject sluit Rijnland langlopende geldleningen af. De investeringen variëren van gemiddeld 9 miljoen euro per jaar voor schoon en gezond water tot gemiddeld 48 miljoen euro per jaar voor de waterketen.