Klimaatverandering raakt de stad op veel manieren en brengt risico’s met zich mee. Van overstroming en wateroverlast tot hittestress en droogte. Dat heeft effect op flora, fauna en de kwaliteit van het water. Tegelijkertijd biedt de dynamiek in steden en dorpen ook kansen. Er wordt immers volop gebouwd, gebieden krijgen nieuwe bestemmingen en er is steeds meer waardering voor water, natuur en recreatie in de buurt. Hierdoor ontstaan kansen voor het bergen en vasthouden van water, voor groenblauwe ‘aders’ door de stad en voor leefgebied voor waterplanten en dieren.
Bij nieuwbouw kunnen en moeten we optimaal rekening houden met klimaatverandering. Dat betekent dat daar ‘van steen naar spons’ vorm moet krijgen via de trits 'water bergen, water vasthouden, water afvoeren'. Bij nieuwbouw dus, zoveel mogelijk waterberging, water zo veel mogelijk hergebruiken en in polders een flexibel waterpeil als optie meenemen. Het betekent ook terughoudend zijn met nieuwbouw in kleine diepe droogmakerijen en weinig draagkrachtige veenbodems. Vooral omdat de kosten voor beheer en onderhoud op de lange termijn hoog zijn.
In de bestaande steden is de uitdaging om klimaatrobuustheid te creëren door slimme maatregelen, zoals groenblauwe polderdaken, waterbergende straten, het infiltreren van water in de bodem en water bufferen in brede watergangen en ondergronds.
Stedelijke ontwikkelingen stimuleren ook onderzoek naar duurzame oplossingen en circulariteit die goed kunnen worden gecombineerd met water.
Een paar voorbeelden:
- Warmte uit water (aquathermie) speelt een belangrijke rol in het verwarmen (en koelen) van woningen en bedrijven.
- De openbare ruimte anders inrichten met meer natuurlijk groen en het aanleggen van ondergrondse waterbuffers.
- Woningen en gebouwen verduurzamen.
- Anders en duurzaam bouwen.
- Tuinen met aarde en gras in plaats van tegels.